Wonende in een kinderrijke buurt in Flevoland was zo’n vraag helemaal zo gek nog niet. Zeker niet met drie eigen kinderen, die overigens op dat moment al vol overgave buiten speelden.

Dus toen de bel ging en er een aantal kinderen voor de deur stonden, wilde ik net gaan vertellen dat onze meisjes al buiten waren.. maar daar ging het helemaal niet om. Welnee…. Ze vroegen of Cody buiten kwam spelen. En voor de goed orde; Cody was mijn lievelingskat. Kijk… dat werpt een heel ander licht op de situatie hé? Zo gek was het dus al wel…

Het gebeurt niet elke dag dat er gevraagd wordt om je kat. Maar goed… voor ik het wist, gingen ze door de knietjes en riepen “Cody”… en zoef… daar ging onze zilvergrijze flits. Even moest ik denken aan heel vroeger toen we naar de Fabeltjeskrant keken en Zoef de haas af en toe over het scherm schoot. Hij kwam zo de trap af naar beneden stuiven en ik kon nog net naroepen “veel plezier dan…”
Het was me altijd een raadsel wat ze zo samen uitspookten, maar misschien wilde ik dat ook wel liever niet weten.
Cody was de lieveling van de hele buurt en van mij, maar ik moest hem toch regelmatig ‘delen’.

Het begon allemaal een paar jaar daarvoor, toen hij een zeer turbulente start maakte. Hij kwam ter wereld als een kleine pluizenbol, samen met zijn broertje en even.. heel even leek zijn leven een sprookje; tot zijn mama vlak na zijn geboorte overleed. Zo kwam hij in handen van een collega bij de Dierenbescherming die zich over het tweetal ontfermde. Dat was een hele klus; om de twee uur flesjes geven, buikjes masseren om de spijsvertering op gang te krijgen, goed warm houden en voor mama spelen en dat allemaal tegelijk.
Toen de telefoon ging met de vraag of ik wilde inspringen, hoefde ik dan ook niet lang na te denken. Natuurlijk wilde ik helpen!
Dus spraken we af om in toerbeurten op het grut te passen. Paar dagen bij haar, paar dagen bij mij.
Het was even ingewikkeld, maar anders was het niet vol te houden. Het voeden ging uiteraard s’ nachts ook door. Dus reden we gewoon om de paar dagen heen en weer om te voorkomen dat we allebei op ons tandvlees verder moesten.
Al vrij snel bedacht mijn collega dat het goed zou zijn om ze echt op één adres te laten en te verzorgen… en wel bij mij!
Zo erfde ik de twee piepkleine bolletjes en werd ik opnieuw mama.

Het grut groeide en al snel viel het op dat broertje Mowgli achterbleef in eigenlijk alles. Ergens klopte er iets niet, hetgeen de dierenarts al snel bevestigde. “Bereid je maar voor op het ergste”… zei ze.
“Hij heeft niet alleen een achterstand, hij is zwaar lichamelijk en geestelijk gehandicapt. Vergelijk het maar met een kindje dat het Syndroom van Down heeft”.
Zo… die kwam binnen. Ondanks dat ging ik toch vol goede moed door met hem. Tot hij een weekje of 11 was. Piepklein…. Ongeveer de helft kleiner als Cody inmiddels, lag hij op een gegeven moment te gillen van de pijn. Zo’n gegil dat dwars door je ziel snijd en dat allemaal uit dat kleine lijfje.
Het ging duidelijk niet meer; ergens diep van binnen zat het behoorlijk fout.

Met als gevolg dat we even later in een kil aandoende praktijk met drie volwassen dames huilend boven dat kleine frummeltje op een veel te grote behandeltafel afscheid moesten nemen. Het was zwaar, maar er leek geen andere keus.
Gelukkig had ik Cody nog thuis en ik stortte me vol overgave op zijn toekomst.
Hij groeide uit tot een prachtige zilvergrijze, halflangharige kanjer waar iedereen verliefd op werd. Niet alleen op zijn uiterlijk.. nee… hij had een karakter uit duizenden.
Nog nooit in al die jaren en vele katten daarna ben ik zo gek geweest als op mijn Cody.

En zo kwam het dus dat de buurtkindertjes hem regelmatig kwamen halen om buiten te spelen.
Hij huppelde vrolijk met de kinders mee en ze hadden altijd dikke pret met hem. Iedereen kon ook werkelijk alles met hem doen; hij vond alles geweldig, zo lang hij maar bij mensen in de buurt was.

Zo flexibel als hij was, toverden we hem om tot boerderijkat nadat we verhuisd waren naar het mooie Drenthe. Hij paradeerde regelmatig over ons erf en als er bezoek kwam, moesten we extra opletten omdat hij met het grootste gemak in een auto stapte en meereed als een heuse allemansvriend.
Gelukkig lag hij ook graag lekker te zonnen in de vensterbank.. lekker veilig binnen.

Hij mocht helaas niet oud worden… mijn grote liefde.
Ik herinner me nog als de dag van gister de laatste keer dat ik hem in mijn armen hield. Voor onze schuur kwam hij naar me toe lopen, ik pakte hem op en na onze gebruikelijke knuffelsessie zette ik hem weer neer. Hij liep het erf af terwijl ik hem nariep dat hij voorzichtig moest zijn en zo naar binnen moest. Dat was de laatste keer dat ik hem zag…..
Wat er gebeurd is, is tot op de dag van vandaag een raadsel. We zijn weken aan het zoeken geweest zonder enig succes.
Het duurde lang voor die pijn vervaagde… zelfs na twee jaar keek ik nog regelmatig om in de hoop dat hij aan kwam lopen. In mijn hoofd galmde nog regelmatig na “Komt Cody buitenspelen?”….. en mijn antwoord luidde dit keer “Nee…. nooit meer”…

 

Door Sonja Huisman