Klein, maar dapper! Wanneer ratten, konijnen, hamsters of andere kleine dieren zich beroerd voelen, is dat nauwelijks aan hen te merken. Dat is opzettelijk, want zwakte tonen kan in het wild hun dood betekenen als een roofdier dat in de gaten krijgt. Angst voor roofdieren zit genetisch ingebakken in kleine huisdieren. Daarom verbergen ze elk teken van zwakte, ook voor mensen – al hoeven ze voor ons echt niet bang te zijn. Dit maakt het moeilijk voor mensen om te herkennen of een klein huisdier medische hulp nodig heeft. Gelukkig voor hen slagen zelfs de dapperste dwergen er niet in om al hun symptomen geheim te houden voor ons. Je moet gewoon weten waar je op moet letten.

Noodsituatie herkennen

Soms merkt men nauwelijks ernstige verwondingen op omdat de dieren zich bij pijn passief gedragen en in stilte lijden om maar geen aandacht te trekken. Er moeten dus alarmbellen gaan rinkelen als een dier in een hoekje wegkruipt en zich nauwelijks beweegt. Ook verwijde ogen, een snelle ademhaling, hijgen, stijve bewegingen, hinken of een gespannen/onnatuurlijke houding kan wijzen op een noodsituatie. Sporadisch kan ook gekreun of geknars van tanden worden gehoord wanneer het dier hevige pijn ondervindt. Een opgezwollen buik moet ook direct door een dierenarts worden behandeld omdat dit al snel kan leiden tot een fatale ineenstorting van de bloedsomloop. Apathische dieren in zijligging verkeren ook in levensgevaar.

Detective gevraagd

Luister naar je gevoel! Als het je zegt: ‘Er is iets anders dan normaal’, dan is dat ook vaak zo. En dat hoeft niet per se slecht te zijn, maar in ieder geval moet je uitzoeken wat het is. Kijk eerst eens naar de omgeving van je dieren. Ziet het verblijf er hetzelfde uit als altijd? Veranderde uitwerpselen moeten door een dierenarts onderzocht worden omdat ze in verband kunnen worden gebracht met uiteenlopende ziekten. Als de drinkfles opvallend snel leeg is, kan dat komen door een lek, maar ook doordat een dier aan suikerziekte lijdt en daardoor meer drinkt. Een voerbak die uren na het voeren nog steeds zo goed als vol is, betekent dat een dier te weinig eet. Als kleine huisdieren niet of onvoldoende eten, moet dit als een noodsituatie worden gezien, omdat hun stofwisseling afhankelijk is van een constante aanvoer van energie en voedingsstoffen. Huisdiereigenaren moeten dus iets van een detective in zich hebben en de aanwijzingen van hun dieren goed kunnen duiden.

Verschillende symptomen

Ook elke vorm van gedragsverandering kan een symptoom van ziekte zijn. Een merkbare gedragsverandering is bij dieren in elk geval vaak een teken dat zij zich niet goed voelen. Tekenen van een verstoord welzijn van het dier zijn onder meer rusteloosheid of passiviteit, overdreven poetsgedrag en krabben. Kijk goed naar het lichaam van je dier. Zie je zwellingen, verklevingen, kale plekken of iets anders? Kwijlen en bloedsporen rond de mond kunnen op gebitsproblemen wijzen, iets dat bij veel kleine huisdieren regelmatig voorkomt. Een scheef hoofd ziet er in eerste instantie misschien ‘schattig’ uit, maar het is altijd een symptoom van een ernstige oor- of hersenaandoening. Let op het gedrag van de dieren onder elkaar. Wordt één dier gepest of ontwijkt het de anderen? Hun gedrag ten opzichte van jou kan ook veranderd zijn. Als een voorheen vertrouwd dier je vermijdt, of als een voorheen nogal wild dier je opeens alles met hem laat doen, kunnen dit symptomen van een ziekte zijn. Soms zie je rode tranen bij ratten die niet in orde zijn. De rode kleur komt van het pigment porfyrine; dat produceren de dieren als ze ziek of gestrest zijn. Hamsters hebben meestal een vast
dagritme. Als ze dit opeens veranderen, kan dit het gevolg zijn van een ziekte.

Stress verminderen

Het onderzoek en de behandeling bij de dierenarts zijn pure stress voor kleine dieren – dit kan nooit volledig worden voorkomen. Maar je kunt wel proberen de stress te verminderen. Het beste is een dierenartsenpraktijk te zoeken die speciale aandacht voor kleine huisdieren heeft. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de kleintjes een speciale wachtruimte hebben waar ‘roofdieren’ zoals honden en katten geen toegang toe hebben. Ook het vervoer naar de praktijk is een stress factor. Een speciale transportmand voor kleine huisdieren moet zodanig worden ingericht dat de dieren zich er prettig voelen. Een zachte, dikke doek als ondergrond en een bekende geur in de vorm van gebruikt strooisel maken een box al een stuk comfortabeler. Voor een langer verblijf in de box dienen water en iets te knabbelen beschikbaar te zijn. Het is ook belangrijk een deken over de transportbox te leggen om je kleine reiziger te beschermen tegen de voor hem onbekende en griezelige omgeving. Met uitzondering van hamsters voelen alle kleine huisdieren zich vrijwel uitsluitend veilig in het gezelschap van soortgenoten. Dus als het zieke dier naar de dierenarts moet (en hij niet besmettelijk is), kun je beter een of meer soortgenootjes meenemen.