Ze jagen in het duister, kunnen UV-kleuren zien of hebben scherp zicht vanaf een grote afstand: dieren zien de wereld heel anders dan wij. Ontdek hier hoe ze dat doen.

 

Waarneming door de ogen van dieren

De wandeling met de hond duurt al  even. Een bankje in het park is aanlokkelijk. Hond en baasje gaan zitten en kijken om zich heen. Hier vandaan is het schouwspel van de natuur goed te observeren: de zon schijnt door het groene bladerdak, een zwarte merel huppelt monter door het gras, kleurrijke insecten zweven door de lucht en bloemen bloeien in bonte kleuren. Ook de trouwe viervoeter lijkt te genieten van dit idyllische tafereeltje. Tevreden hijgend ligt hij in het gras en lijkt zijn omgeving met interesse in zich op te nemen. Maar hoe neemt een dier zijn omgeving eigenlijk waar? Zien honden, katten, vogels en insecten hetzelfde als wat wij zien? Absoluut niet!

ogen kat

 

Een ander oogpunt

Ogen zijn in de dierenwereld al even uiteenlopend als de natuur zelf. Zo heeft een wijngaardslak lange steelogen, veel spinnen hebben acht ogen tot hun beschikking en de Mexicaanse tetra leeft zijn leven volledig zonder zicht. Deze in donkere holen levende vis heeft in de loop der evolutie zijn zicht steeds minder gebruikt en zwemt nu blind door het water.

De meeste zoogdieren, waar ook wij mensen toe behoren, hebben een uitstekend zicht. Ze nemen hun omgeving waar door zogenaamde  lensogen. Deze bestaan uit een pupil, een ronde zwarte opening waardoor het licht binnenvalt, en een lens waar de lichtstralen op gebroken worden. Deze vallen op het lichtgevoelige netvlies in het oog. Hier wordt afgebeeld waar het zoogdier naar kijkt. Het netvlies heeft talrijke zintuigcellen, de zogenaamde kegeltjes- en staafjesreceptoren. Terwijl de staafjes verantwoordelijk zijn voor de lichtgevoeligheid, maken de kegeltjes het zien van kleuren mogelijk.

 

Ieder dier zijn eigen blik

De ogen van de meeste gewervelde dieren, ook die van honden, katten, vogels en mensen, zitten volgens dit basisplan in elkaar. Je zou dus kunnen denken dat dieren net zo zien als wij. Maar dat klopt niet. Hun kijk op de dingen in deze wereld is heel verschillend van die van ons. Vaak zien ze bonter en scherper en kunnen ze zelfs ultraviolette straling waarnemen. Andere dieren zien de wereld juist weer vervormd en wazig. Vele zijn in staat om in het donker op jacht te gaan of kunnen om zich heen kijken zonder hun kop te draaien. Het zicht van een dier is perfect aangepast aan zijn behoeften en leefomstandigheden. Laat je verrassen en ervaar hoe dieren de wereld zien. 

ogen hond

 

De wereld door de ogen van een hond

Lange tijd dacht men dat honden kleurenblind waren en dat ze de wereld in zwart-wit zagen. Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekten Amerikaanse onderzoekers van de Universiteit van Californië dat dit een veelvoorkomende misvatting was. Feit is: honden zijn in staat om kleuren te zien.

Desondanks is de wereld voor deze viervoeters niet zo bont als voor ons. Hoewel hun ogen ongeveer hetzelfde zijn opgebouwd als mensenogen, hebben ze minder kegeltjesreceptoren. Deze zijn verantwoordelijk voor het zien van kleuren. Ter vergelijking: mensen hebben ruim een miljoen kegeltjes, die gevoelig zijn voor de basiskleuren rood, groen en blauw. Het hondenoog heeft er daarentegen slechts zo‘n 100.000. De receptoren voor het groene bereik ontbreken zelfs volledig. Daardoor kunnen honden de kleuren rood en groen slecht onderscheiden, net als mensen die kleurenblind zijn. Groene en rode dingen zien er voor honden geel uit. De viervoeter stelt zijn knalrode uitlaattuigje dus helemaal niet zo op prijs.

Maar je kunt wel gebruik maken van deze kennis: honden hebben een uitstekend zicht wat alle blauwe tinten betreft. Speelballetjes zijn daarom vaak blauw gekleurd, omdat de dieren een gele of rode bal op de speelweide amper kunnen zien. Door zijn fenomenale neus weet een hond natuurlijk altijd wel de weg, ook als zijn ogen hem in de steek laten.

 

Wist je dit?

Heb je je wel eens afgevraagd waarom reeën en hazen stokstijf blijven staan zodra er een hond in de buurt is? Met deze eenvoudige truck trachten de planteneters zichzelf onzichtbaar te maken. Honden zijn namelijk redelijk bijziend. Vooral onbeweeglijke objecten kunnen hondenogen op een afstand van enkele meters niet meer goed herkennen.
Als de prooi zich niet verroert, kan hij optisch vrijwel niet worden waargenomen. Honden zijn immers verziend en gespecialiseerd in beweging. Ze zijn in staat om bewegende zaken scherp te zien – en dit zelfs in de schemering en op grote afstand. Wij mensen zien datzelfde object dan onduidelijk en wazig.

ogen hond

Zo zien hondenogen:
Mensen zien de wereld bont en scherp (links). Honden zien wazig en alleen blauwe, groene, gele en grijze tinten (rechts).

blikveld hond

Het bereik dat de hond kan zien zonder zijn kop te draaien bedraagt 250 graden.

 

De wereld door de ogen van een kat

ogen kat

Een dier dat in de schemering uitstekend kan zien, is de kat. Bij slechte lichtomstandigheden is het zicht van katten vele malen beter dan dat van mensen. Terwijl wij in het donker stommelend en hulpeloos op zoek zijn naar de lichtschakelaar, gaan katten succesvol op muizenjacht. Dit wordt mogelijk gemaakt door twee biologische hoogstandjes…

Ten eerste heeft het netvlies van de kat heel veel staafjes. Deze receptoren zijn verantwoordelijk voor het opvangen van licht en maken oriëntatie mogelijk bij slechte lichtomstandigheden.

Ten tweede hebben katten, net als honden, een licht reflecterende laag van cellen direct achter het netvlies, het tapetum lucidum. Deze laag zorgt voor het groen-gele oplichten van de ogen in het donker. Het tapetum lucidum reflecteert invallend licht en versterkt het. Zo kunnen ook zwakke lichtbronnen goed waargenomen worden en wordt het contrast tussen licht en donker versterkt. Alle katten, ook de grote roofkatten zoals de tijger en de leeuw, kunnen daarom ook in de schemering uitstekend zien.

In vergelijking met mensen hebben katten maar een zesde van het licht nodig dat wij nodig hebben om in het donker goed de weg te kunnen vinden in de omgeving. Er zijn echter ook uitzonderingen: sommige gefokte katten met blauwe ogen hebben door een genetische bijzonderheid geen tapetum lucidum. Zij hebben niet langer de mogelijkheid om bij weinig licht voldoende te zien. Als je deze dieren met flitslicht fotografeert, reflecteren hun ogen rood, hetzelfde als bij mensen. Het overgrote deel van onze huiskatten is echter in staat om ‘s nachts bij zwak maanlicht een prooi te grijpen.

 

Het zicht van een kat

De kat doet het niet zo geweldig met kleuren en afstandszicht. Net als de hond kan de kat rode en groene kleuren niet onderscheiden. Hij neemt de wereld voornamelijk waar in de kleuren blauw, grijs en geel. Bovendien is hij bijziend.
Objecten die meer dan zes meter verwijderd zijn, kan een kat niet meer scherp in focus brengen. Mensen nemen daarentegen objecten op zestig meter afstand nog duidelijk waar.

ogen kat

Zo zien kattenogen:
Mensen zien ‘s nachts weinig (links). Alles ziet er grijs uit. Katten hebben maar weinig licht nodig. Ze kunnen in het donker zeer goed zien (rechts).

blikveld kat

Het gezichtsveld van de kat bedraagt 280 graden. Mensen zien slechts circa 180 graden.

 

De wereld door de ogen van een konijn

ogen konijn

Het konijn zou met zijn lange oren heel goed kunnen horen, zo zegt men. Maar hoe goed ziet hij? Met de aan de zijkant van de kop geplaatste ogen zijn konijnen, net als paarden en reeën, optimaal aangepast aan het overleven in het wild. Door de positionering van hun ogen kijken konijnen tegelijkertijd naar links, rechts en beneden, zonder hun kop te hoeven draaien. Ze hebben dus een optimaal gezichtsveld van bijna 360 graden. Daardoor merken de dieren gevaar vroegtijdig op en kunnen ze vluchten. Hun ruimtelijke waarneming is echter sterk beperkt omdat de gezichtsvelden elkaar minimaal overlappen.

Om ruimtelijke diepte waar te nemen moeten gezichtsvelden elkaar flink overlappen. Bij konijnen is dat slechts het geval bij een klein bereik van 30 graden. Zij zien hun omgeving, anders als wij mensen, niet in 3D maar grotendeels tweedimensionaal. Het inschatten van afstanden en snelheden levert daarom problemen op. Ook wat betreft het zien van kleuren zijn konijnen beperkt. Ze kunnen net als honden geen rode tinten waarnemen.

 

Wist je dit?

Ondanks hun grote gezichtsveld hebben konijnen voor hun snuit en achter hun kop een dode hoek. Hiervan zien ze dus helemaal niets.

blikveld konijn

 

De wereld door de ogen van een vogel

ogen vogel

De wereld van vogels is kakelbont. In tegenstelling tot ons mensen hebben de meeste van onze gevederde vrienden niet alleen staafjesreceptoren voor rood, groen en blauw, maar nemen ze ook licht waar in het ultraviolette spectrum. Deze vaardigheid gebruiken de vogels met name bij het zoeken naar voedsel: met hun uv-zicht beoordelen vogels hoe rijp vruchten zijn. Bovendien zijn roofvogels in staat om uv-reflecterende urinesporen van knaagdieren te zien. Valken en buizerds kunnen zo de aanwezigheid van prooien in een weiland al van ver vaststellen.

Veel roofvogels hebben spreekwoordelijke ‘arendsogen’. Hun gezichtsorganen hebben een acht keer fijnere resolutie dan de ogen van de mens. Ze kunnen daarom insecten van een grote afstand herkennen en een muis die 500 meter verderop trippelt scherp zien. Dit wordt mogelijk gemaakt door de grote hoeveelheid visuele cellen in het netvlies, die als een ingebouwde verrekijker functioneren. Overigens: de grote ogen van vogels zijn weinig beweeglijk. Veel vogels zoals duiven hebben hun ogen daarom aan de zijkant van de kop zitten en kunnen in vrijwel alle richtingen kijken zonder hun kop te bewegen. Bij uilen bevinden de ogen zich juist naast elkaar voorop de kop. Om te kunnen omkijken moeten ze hun hele kop draaien.

Arendsogen:

Een mens ziet alle objecten even groot. Roofvogels beschikken over een ingebouwde verrekijker.

ogen vogel

 

De wereld door de ogen van een bij

ogen bij

Bijen en andere insecten zien door facetogen, die uit duizenden kleine aparte oogjes bestaan, de zogenaamde lichtdetectors (ommatidium). Elke lichtdetector, gerangschikt in een honingraat, functioneert als een zelfstandig oog. Zo ontstaat het beeld dat de bij waarneemt uit een mozaïek van vele aparte opnamen die bij elkaar gevoegd worden. Door deze anatomische specialiteit kunnen insecten als vliegen, bijen of wespen zeer snelle bewegingen waarnemen en bliksemsnelle vluchtmanoeuvres uitvoeren.

Een insect ziet tot wel 300 beelden per seconde. Ter vergelijking: mensen zien slechts 65 beelden per seconde. Een snelle actiefilm wordt daarom voor een insectenoog eerder een trage diavoorstelling.
Daarnaast hebben bijen een speciaal kleurgevoel: net als vogels zijn ze in staat om ultraviolet licht te zien. Ze zien echter geen roodtinten. De wereld van bijen is gemaakt van wit, groen, blauw en paars c.q. violet. Bij het zoeken naar voedsel heeft de bij voordeel van zijn gevoeligheid voor uv-licht: bloemen hebben bijzondere pigmenten, die uv-licht absorberen of reflecteren en als een soort landingsbaan fungeren voor een voedingsrijke nectar- en pollenvoorraad. 

ogen bij

Zo ziet de honingbij:

Bijen zien met hun facetogen een mozaïek van individuele beelden (links). 
Gele bloemen zien bijen in wit en paarse kleurtinten (rechts)

 

Zo blind als een mol? Deze dieren zien (bijna) niets


Zeesterren
hebben facetogen aan de armen en daardoor een panoramisch zicht.

 

 

De neushoorn is zeer bijziend en kan slechts een paar meter ver zien.

grotom

De grottenolm is blind: de functieloze ogen van de salamander liggen onderhuids. 

vleermuis

De vleermuis oriënteert zich door echolocatie en heeft maar piepkleine ogen.

mol

De mol ziet amper iets en kan alleen helderheidsverschillen vaststellen.

 

regenworm

De regenworm heeft zichtcellen waarmee hij donker en licht kan onderscheiden.

 

Bron: Hart voor Dieren Magazine

 

nieuwsbrief dierentips